De Bloemhof

Milieuplan Volkstuinvereniging de Bloemhof

Leiderdorp, april 2023

Het milieuplan van volkstuinvereniging Leiderdorp biedt kaders hoe we ons complex op een duurzame en robuuste manier onderhouden. We stellen ambities vast voor:

  • Duurzaam bodembeheer en stimuleren van bodemleven;
  • Duurzaam groenbeheer en stimuleren van de biodiversiteit;
  • Duurzaam beheer van afvalstromen.

 

Duurzaam bodembeheer en stimuleren van bodemleven

Een bodem in optimale conditie is de basis voor een goede oogst. Dat betekent dat de bodem een optimale structuur en vochthuishouding heeft maar ook voldoende nutriënten en organische stof bezit. Een actief bodemleven zorgt voor het omzetten van meststoffen waardoor deze beschikbaar komen voor onze gewassen. We focussen in dit milieuplan op het correct gebruiken van meststoffen, het beheren van groenafvalstromen zodat we dit op het complex kunnen hergebruiken en passen een vruchtwisseling toe.

  • Bemestingsnorm
    • Dierlijke mest & aanvullende meststoffen

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten meststoffen. Voor de dikke fractie en ruige mest geldt per kalenderjaar een maximum van 1 m3 per  100 vierkante meter. Aanvullende meststoffen A, B, C, D en universele meststoffen worden toegepast in overeenstemming met de bemestingswijzer.

  • Compost

Geen meststof maar wel een bodemverbeteraar. De maximale hoeveelheid compost is 1,5 m3 per 100 vierkante meter.

  • Kalk

Om bodemleven te stimuleren en de structuur te verbeteren is het bekalken van de tuin wenselijk. Gemiddeld gebruiken we 15-20 kilo kalk per 100 vierkante meter. Deze onderhoudsbekalking wordt elk jaar, of om het jaar, gegeven in een ideale situatie. Kalk strooien we begin van de winter of in het vroege voorjaar (februari maart) en minimaal 4 weken na het toepassen van dierlijke mest.

  • Vruchtwisseling
    • Een juiste vruchtwisseling voorkomt ziektes. Voor een aantal gewassen is dit van wezenlijk belang. Het minimum aantal jaren voor een gewas op dezelfde plaats geteeld mag worden is voor;
      • Aardappels, wettelijk verplicht na 3 jaar;
      • Uiachtige gewassen, na 5 jaar;
      • Kool- en peulgewassen, na 6 jaar;

 

Duurzaam groenbeheer en stimuleren van biodiversiteit

Gewas groeit niet alleen op een optimale bodem, het heeft hulp nodig van de natuur. Zo hebben we o.a. bijen en insecten nodig om bloemen te bevruchten waardoor een vrucht kan groeien. Insecten kunnen bijvoorbeeld ook plagen bestrijden zoals luizen. De grotere dieren zoals egels en vogels hebben ook een eigen functie. We houden rekening met dieren en zorgen dat ons complex ook voor hen en fijne plek is om te zijn.

  • Gebruik gewasbeschermingsmiddelen
    • Gebruik van pesticide (tegen plaagdieren)

Uitgangspunt is dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen zo veel mogelijk wordt beperkt. Het is toegestaan middelen toe te passen die zijn goedgekeurd voor particulier gebruik en alleen volgens de voorschriften. Middelen worden toegepast bij windstil weer. Er wordt minimaal 50 centimeter afstand gehouden van de aangrenzende tuin en 100 cm van de slootkant.

  • Gebruik van herbicide (tegen onkruiden)

Het gebruik van herbicide is niet toegestaan, het verwijderen van onkruiden op de volkstuin hoort bij reguliere werkzaamheden op de tuin.  Onkruiden op verharding en bestrating wordt verwijderd indien gewenst met een staalborstel, onkruidbrander of mesje. Als uitzondering mag herbicide toegepast worden, plant specifiek, voor bestrijding van heermoes en haagwinde. Ook hierbij enkel middelen toe te passen die zijn goedgekeurd voor particulier gebruik en alleen volgens de voorschriften. Middelen worden toegepast bij windstil weer. Er wordt minimaal 50 centimeter afstand gehouden van de aangrenzende tuin en 100 cm van de slootkant.

 

  • (Maai)beheer gemeenschappelijk groen
    • Plantsoenen

In het kader van extensief onderhoud zijn de plantsoenen aangelegd met enkele struiken/heesters, snipperpaden en grasmat. Het gras wordt periodiek machinaal gemaaid en het plantsoen meerdere keren per jaar geschoffeld door de werkploegen. Eenmaal per jaar worden de houtsnipperpaden langs de houtwallen en in plantsoenen aangevuld met nieuwe snippers.
De natuurwaarde is gering.

  • Paddenpoel

Verschillende plekken op het complex worden extensief beheerd waarbij de natuurwaarde wordt gestimuleerd. De paddenpoel is bedoeld voor het stimuleren van de biodiversiteit. De hooi- en kruidenweide wordt tweemaal per jaar gemaaid, namelijk in juli en oktober. Als de hooi- en kruidenweide is gemaaid wordt het maaisel 14 dagen na het maaien afgevoerd. De zaden van de kruiden rijpen in deze 14 dagen af en vallen bij het opruimen van het gewas op de grond. De weide en rietkraag worden in september of oktober gemaaid, dit maaisel wordt direct afgevoerd.
De natuurwaarde is hoog.

  • Slootkant

Achter de tuinen langs ligt een slootkant, ruim 1.400 meter lang. Deze slootkant wordt periodiek gemaaid waardoor de grasmat stevig blijft. Dit voorkomt te veel druk van de grond op de beschoeiing. Door de vele grassen, stikstofrijke grond en beperkte hoeveelheid licht groeien kruiden hier nagenoeg niet.

De slootkanten van de “dwarssloot” tussen tuin 213-215, en aan het eind bij tuin 170, worden eenmaal per jaar gemaaid. Het maaisel wordt afgevoerd.

De natuurwaarde van de slootkant is gemiddeld.

 

  • Snoeibeheer van houtopstanden & aanplant
    • Windsingel

Op het complex is in de loop der jaren een dichte windsingel ontstaan, deze is gelegen tussen de groenstrook en de sloot naast de provinciale weg. Het doel van deze windsingel is primair het bieden van beschutting en secundair het stimuleren van de biodiversiteit. De windsingel wordt eenmaal per jaar gesnoeid, in de periode tussen december/februari. De snoeiwerkzaamheden zijn beperkt. De bestaande bomen worden periodiek opgeschoren (onderste takken verwijderd) en de geknotte bomen jaarlijks geknot. Het is van belang dat struiken worden gedund, de takken hoger dan 2-2,5 meter worden verwijderd en als de struiken te breed worden en andere struiken verdrukken volledig teruggezet (alle takken worden verwijderd). In de windsingel komen geen bramen (wilde) voor.

De natuurwaarde van de windsingel is hoog.

  • Stinzenbos & Fluitekruidbos

In de beide bossen geldt eenzelfde snoeibeheer als in de windsingel, ook de doelstelling van de bossen is gelijk aan die van de windsingel. In de bossen is een andere samenstelling van begroeiing te vinden. In de windsingel staan verschillende bomen met vooral struiken, in het bos komt ook veel lage begroeiing voor. Deze lage begroeiing wordt eens in de 5-7 jaar volledig teruggesnoeid waardoor ruimte ontstaat voor zaailingen om te ontwikkelen tot nieuwe struiken/bomen.

De natuurwaarde van beide bossen is hoog.

  • Behoud van natuur
    • Takkenwallen

Met gemeente Leiderdorp is overeengekomen dat het snoeihout, dus alleen het snoeihout en geen ander brandbaar afval, in de op het complex aangelegde takkenwallen kan worden verwerkt. Het is niet toegestaan om “fabriekshout” en/of bamboestokken op de takkenwallen te gooien. Tuinders dienen snoeihout op de laagste plekken van de takkenwal te deponeren zodat deze evenwijdig gevuld wordt. De takkenwallen bieden plaats aan allerlei dieren en insecten.

De natuurwaarde van de takkenwallen is hoog.

  • Broedsucces vogels

Over het complex verspreid zijn vele vogelnestkastjes opgehangen, deze worden jaarlijks geïnspecteerd en indien nodig vervangen. De nestkastjes worden hierbij ook  schoon gemaakt waarbij een inschatting wordt gemaakt van het broedsucces. Het is niet wenselijk dat tuinders nestkastjes in de nabijheid van deze nestkastjes ophangen. Deze worden niet meegenomen met de telling en beïnvloeden het gemeten broedsucces.

 

 

Duurzaam beheer van afvalstromen

Volkstuincomplexen hebben veelal een uitstraling van “we verzamelen veel en gebruiken weinig”. Om een aantrekkelijk complex te hebben en te houden voor nieuwe tuinders wordt grofvuil verzameld, en gescheiden ingeleverd. Uitgangspunt is dat iedereen zelf afvoert wat hij of zij zelf naar de tuin heeft gebracht.

  • Verwijderen van (grof)vuil
    • Jaarlijkse containers

Eenmaal per jaar, in het najaar, organiseert de vereniging een inzameling voor (on)brandbaar afval. Er wordt een container bij de ingang van het complex geplaatst. Vooraf wordt aangekondigd welke dag de containers beschikbaar zijn. Leden kunnen het afval maximaal 1 week van tevoren langs het hoofdpad van hun tuin opstapelen. De tuincommissie zal op de geplande dag het transport naar de containers verzorgen.

We maken onderscheid tussen brandbaar en onbrandbaar afval:

  • Brandbaar afval, hout en plastic;
  • Onbrandbaar afval, stenen en metalen.
  • Chemisch afval

Op het complex worden door de tuinders diverse werkzaamheden uitgevoerd waarbij chemisch afval ontstaat. Dit chemisch afval, zoals verfresten, kwasten en resten van gewasbeschermingsmiddelen dient op een verantwoorde wijze te worden afgevoerd. Tuinders voeren dit afval zelf af naar de milieustraat.

  • Verwijderen van glas (en glaszettersploeg)

Voor het glasafval is bij de kruiwagenberging op het complex een bak geplaatst waar iedere tuinder zijn gebroken platglas in kan deponeren. Deze glasbak wordt periodiek geleegd zolang een of meerdere tuinders zich daarvoor inzetten. Deze bak is alleen bedoeld voor plat gas zoals gebroken ruiten. Flessen, potten en andere glazen voorwerpen dient de tuinder zelf af te voeren naar de milieustraat. Er mag geen gebroken/kapot glas worden opgeslagen op de tuin.

 

  • Beheren van groenafvalstromen
    • Collectieve composthopen

Jaarlijks is één collectieve composthoop in gebruik. Het groenafval dient van achter op de composthoop te worden opgestapeld en zo hoog mogelijk opgeprikt te worden. Op de composthoop mag groenafval bestaande uit één jarige niet houtachtige gewassen (ook zonnebloemen en maïs), groente- en snijafval en grasmaaisel. Het is niet toegestaan groente- fruit- en tuinafval, takken en/of snoeiafval te deponeren van buiten het complex. Het is ongewenst om onkruid naar de composthopen te brengen. Per jaar is één composthoop opengesteld, zo kan een composthoop 2 jaar composteren voor vertering. Vol = vol.

  • Individuele composthopen

Om de collectieve composthopen te ontzien kunnen tuinders zelf een compostopslag op de tuin aanleggen. Het is niet toegestaan groente- fruit- en tuinafval van buiten het complex te composteren. In het Tuinreglement zijn kaders opgenomen waar de compostton op de eigen tuin mag worden geplaatst.