De Bloemhof

Tuinreglement

Begrippenlijst

Lid – een persoon die zich heeft aangesloten bij Volkstuinvereniging de Bloemhof in Leiderdorp tegen betaling van de jaarlijkse contributie. Alleen een lid kan een of meerdere tuinen huren door het schriftelijk aangaan van een huurovereenkomst.

Opstal – een opstal is een bouwwerk dat op de grond is geplaatst. Dit betreft bouwsels die niet door de natuur gevormd kunnen worden. Het is aard- en nagelvast bevestigd en/of gefundeerd of heeft een verankering in de bodem.

Slootkant – de scheiding tussen water en vaste grond. Specifiek voor de vereniging is dit de beschoeiing die water en talud van elkaar scheidt.

Talud – De grondslag langs de gehele beschoeiing over een breedte van 1 meter. Het betreft één talud tussen opstallen en slootkant in. De andere zijde van het complex (tussen de windsingel en de provinciale weg) kent ook een talud, beplant met houtopstanden, welke zijn uitgezonderd van de artikelen in dit reglement. Dat talud valt onder beheer van de Tuincommissie.

Groenstroken – de strook grond voor de breedte van de tuin en 1 meter diep. De groenstrook ligt tussen het centrale pad en de windsingel.

Windsingel – de volledige strook grond aangrenzende aan de groenstrook en de slootkant langs de provinciale weg.

Scheidingslijn – de denkbeeldige lijn die de scheiding tussen tuinen vormt, deze denkbeeldige lijnen zijn zichtbaar gemaakt met een tuinpad tussen de tuinen, te beginnen bij het centrale pad tot aan de slootkant

Tuinpaden – paden welke zijn aangebracht als markering van de scheidingslijn van tuinen. Deze bestaan uit tegels. Alle tegels die op de tuin zelf liggen, en geen scheiding tussen 50m2 of 100m2 tuinen maken zijn geen tuinpaden.

Broeibakken – bouwsels welke als doel hebben om een verbeterd klimaat te bieden aan (jong) plantgoed. Veelal uitgevoerd met lichtdoorlatend materiaal waaronder glas en kunststof, gebouwd met een frame van staal, hout of beton.

AFSPRAKEN

Artikel 1

  1. Het lid dient zich op de hoogte te stellen van de voorschriften en aanwijzingen in het milieuplan dat ter inzage ligt in het clubhuis en op de website www.debloemhof.nl staat.
  2. Tuinen, opstallen e.d. moeten worden aangewend als volkstuin teneinde daarop als ontspanning te tuinieren. De leden zijn gehouden de tuin en opstallen te onderhouden en te gebruiken overeenkomstig de bestemming.

Artikel 2

  1. De leden zijn verplicht op hun tuin de werkzaamheden toe te staan die het bestuur voor instandhouding of verbetering van het complex dan wel aangrenzende tuinen noodzakelijk acht.
  2. Als aanvulling op artikel 2, lid 1, zijn tuinders verplicht om de graskanten van het talud in het najaar af te steken zodat het gras en ander groen niet over de rand in het slootwater hangt.
  3. Alle leden worden geacht werkzaamheden te doen om het complex in een acceptabele staat de houden. Leden worden daarvoor ingedeeld in een werkploegenrooster voor de zaterdagochtend of krijgen een andere vervangende taak.
  4. Bij verhindering hiervan dient men zich zo spoedig mogelijk van te voren af te melden en zijn/haar beurt in te halen op de eerst vermelde reservedatum. Zonder afmelding dient desbetreffende lid 1 werkbeurten extra uit te voeren.

Artikel 3

  1. In de bij de tuin behorende  groenstroken worden door de leden schoongehouden voor wat betreft onkruid (gewassen anders dan bessenstruiken en bloemen), vuil en afval.
  2. Snoeien aan bomen, houtachtig gewas en heesters in de windsingel is niet toegestaan.

Artikel 4

  1. De tuinpaden en slootkant aangrenzend aan de tuin worden door de leden schoongehouden. Overhangende takken, gewassen en obstakels kunnen, zonder waarschuwing vooraf, onder verantwoordelijkheid van de Tuincommissie worden verwijderd.
  2. Taluds dienen, gerekend vanaf de waterkant, over een diepte van 50 cm begroeid zijn met natuurlijk gras. De volgende 50 cm is begroeid met gras of voorzien van een verharding. Leden of vrijwilligers worden geacht het gras kort te houden door te maaien/knippen.
  3. Leden worden geacht geen (snij)afval, gewassen & onkruid en andere zaken in de sloot te gooien of die daarin niet van nature voorkomen.
  4. De waterplanten langs de beschoeiing worden verwijderd door de leden tussen 1 oktober en 1 december.

Artikel 5

  1. Op de scheidingslijnen tussen de tuinen dient een verhard pad van tenminste 30×30 tegels aanwezig te zijn. De verantwoordelijkheid voor een eventueel pad op deze scheidingslijn is als volgt geregeld:
  2. De huurders van de oneven tuinnummers dienen het rechter pad, minimaal bestaande uit een tegelpad van 30 centimeter breed, naast de tuin te onderhouden (gezien vanaf het centrale pad).
  3. De huurders van de even tuinnummers dienen het linker pad, minimaal bestaande uit een tegelpad van 30 centimeter breed, naast de tuin te onderhouden (gezien vanaf het centrale pad).
  4. Iedere andere – zichtbare – vorm van tuinafscheiding is verboden.

Artikel 6

  1. De door de vereniging beschikbaar gestelde 40×60 tegel dient met tuinnummer vooraan, in het midden van de tuin te worden gelegd en vanaf het pad zichtbaar te zijn. Bij 100 m² die zijn opgesplitst in 2x 50 m² tuinen wordt 1 tegel met tuinnummer in het midden geplaatst (bijv. tuinnummer 53). Het onderscheid bij correspondentie etc. wordt vervolgens gemaakt in links en rechts (bijv. Nummer 53L en 53 R).
  2. De beschikbaar gestelde tegel met tuinnummer dient vrij te zijn van enige vorm van afdekking zodat het nummer zichtbaar en leesbaar blijft.  

Artikel 7

  1. Voor het terugkrijgen van de tuinborg dient na het opzeggen van de huur, de tuin en groenstrook vrij te zijn van beplanting, stobben en tegels. De tegels van paden die op de tuin liggen worden opgestapeld zover mogelijk achter op de tuin. De tuin is vrij van alle overige materialen en verwijderde tuinpaden worden hersteld. Indien hieraan niet wordt voldaan zal de vereniging dit op kosten van de tuinder doen, te beginnen met het inhouden van de borg. Indien dit ontoereikend is zullen de kosten worden verhaald op de ex huurder naast het inhouden van de tuinborg. 
  2. Opzeggen van het lidmaatschap wordt gedaan uiterlijk voor 1 december van het jaar. Kort daarop ontvangen die leden een bericht van de Tuincommissie welke voorwaarden worden gesteld aan oplevering van de tuin. Dit betreft een aanvulling/verduidelijking op artikel 7, lid 1.

OPSTALLEN e.d.

Artikel 8

  1. Voor het bouwen, verbouwen of wijzigen van opstallen, afrasteringen en/of bouwsels hoger dan één meter gerekend vanaf het maaiveld e.d. is de goedkeuring van het bestuur vereist. Tot uitvoering mag worden overgegaan nadat schriftelijke toestemming is verkregen.
  2. De goedkeuring dient schriftelijk of per e-mail te worden aangevraagd bij het bestuur onder overlegging van een tekening.
  3. De goedkeuring zal door het bestuur worden geweigerd indien de aanvraag niet voldoet aan redelijke eisen (welke zijn gesteld in artikel 10) of aan de bepalingen welke van overheidswege zijn gesteld met betrekking tot de bouw, verbouwing of plaats van opstal.

Artikel 9

  1. Ten aanzien van opstallen, bouwsels c.q. wijzigingen waartoe volgens artikel 8 van dit reglement geen toestemming is verleend, is het bestuur gerechtigd deze op kosten van het betrokken lid te laten verwijderen c.q. in de oorspronkelijke staat terug te brengen.
  2. Broeibakken mogen worden afgedekt met een veilig materiaal.

Artikel 10

  1. De opstallen zoals broeikasjes,(voorzien van glas/kunststof/zeil met een hoogte van 1,5 meter of meer en met meer dan twee wanden omsloten ruimte, en schuurtjes dienen vanaf 1 meter en binnen 5 meter van de slootkant geplaatst te worden (zie figuur 1 en 2).
  2. Als uitzondering op artikel 10, lid 1, zijn bouwsels onder de 1,5 meter bouwhoogte toegestaan gedurende de teelt waarvoor het bouwsel is opgebouwd. Na de oogst dient dit tijdelijke bouwsel te worden afgebroken.
  3. De maximale afmetingen voor broeikasjes zijn:
    Voor 50, 100 en 200 m² tuinen geldt een maximale; lengte 4 meter, breedte 3 meter en hoogte 2.5 meter.
  4. De maximale afmetingen voor een enkele schuur per tuin zijn:
    Voor 50, 100 en 200 m² tuinen geldt een maximale; lengte 2,5 meter, breedte 2 meter,en hoogte 2 meter (kleine afwijking mogelijk als industriële maat afwijkt).
  5. De maximale afmetingen voor een schuurtje én kasje op een 50, 100 of 200 m2 tuin zijn respectievelijke:
    1. Broeikasje geldt een maximale; lengte 1,75 meter, breedte 3 meter en hoogte 2.5 meter.
    1. Schuurtje geldt een maximale; lengte 1,75 meter, breedte 2 meter en hoogte 2.5 meter.
  6. De afstand tot de scheidingslijnen moet voor alle opstallen tenminste 0,5 meter bedragen, zodat de onderlinge afstand van de opstallen tenminste 1 meter bedraagt.


Figuur 1: Voorbeeld van locatie opstallen

Artikel 11
Naast hetgeen in de andere artikelen is genoemd is afgesproken dat leden :

  1. niet onbevoegd de tuin (inclusief aanliggende groenstrook/talud) van een ander  betreden;
  2. geen ontsierende composthopen, bakken en silo’s  hebben op opvallende plaatsen, evenmin mogen deze geplaatst worden op minder dan 5 meter van de waterkant of minder dan 1 meter vanaf het centrale pad.
  3. geen afval of andere materialen verbranden op het complex;
  4. geen beplantingen en/of gewassen hebben die naar het oordeel van het bestuur hinder (uitzaaien naar aangrenzende tuinen en/of groenstroken of schaduw veroorzaken) veroorzaken;
  5. niet het talud c.q. slootkant op enigerlei wijze beschadigen;
  6. geen leidingwater gebruiken anders dan voor huishoudelijk gebruik;
  7. niet zodanige handelingen verrichten of laten (doen) verrichten welke naar het oordeel van het bestuur het volle genot van anderen beperken dan wel ontnemen.

Artikel 12
De afspraak is dat een ieder die zich op het complex bevindt:

  1. al hetgeen dat om/en binnen het complex aan de zorg en het toezicht van de vereniging is toevertrouwd niet verontreinigt , beschadigt of vernielt. Het bestuur zal in geval van het toebrengen van een dergelijke vorm van schade in overleg overgaan tot het verhalen van de schade en eventueel aangifte  doen;
  2. geen commerciële activiteit uitoefent;
  3. geen schriftelijke uitingen zonder medeweten van het bestuur verspreidt of aanplakt;
  4. zonder toestemming van het bestuur geen materialen, afval, vuilnis, e.d. min of meer permanent plaatst op tuinpaden (en fietspad), composthopen en plantsoenen, parkeerterreinen en/of andere plaatsen dan welke hiervoor uitdrukkelijk zijn aangewezen.
  5. geen voertuigen stalt of parkeert op andere dan hiervoor bestemde parkeerplaatsen;
  6. geen (tijdelijke) onderkomens plaatst, of bestaande opstallen  gebruikt als onderkomen;
  7. geen honden op het complex toegang te verschaffen;
  8. geen geluidsoverlast veroorzaakt die de rust op het complex verstoort.

Artikel 13

  1. Elk lid is aansprakelijk (te stellen) voor hetgeen door hem/haar op het complex wordt gedaan dat in strijd is met de reglementen of bepalingen;
  2. In aanvulling op lid 1 is een lid aansprakelijk voor de handelingen welke het meegebrachte bezoek op het complex verricht;
  3. Een ieder die zich op het complex bevindt houdt zich aan de algemene veiligheidsvoorschriften en verantwoordelijkheden.

Artikel 14

  1. Het bestuur is bevoegd indien de goede orde of redelijkheid dit eist of wanneer men zich schuldig maakt aan overtreding van het tuinreglement de betrokken personen te (doen) verwijderen van het complex en zodanige maatregelen te nemen dat eventueel aangerichte schade op het verantwoordelijke lid dan wel op de schuldige(n) wordt verhaald.

Artikel 15
Het is niet toegestaan:

  1. Verenigingsgebouwen of lokalen te gebruiken zonder schriftelijke toestemming van het bestuur.
  2. Bijen te houden zonder schriftelijke toestemming van het bestuur.
  3. Afrasteringen te verbreken, tuinpaden te verwijderen of te verplaatsen.
  4. Om de gereedschappen die van de vereniging in bruikleen zijn ontvangen, anders dan op het terrein van de vereniging te gebruiken, daarmede genoemd terrein te verlaten of deze langdurig in bezit te houden zonder voorafgaande toestemming van degene, die deze gereedschappen heeft uitgegeven. Voor het gebruik van bepaalde machines wordt een vergoeding gevraagd.
  5. Zand, grind, puin enz. te deponeren op de parkeerplaats van de vereniging, behalve op de daarvoor bestemde stortplaats en uitsluitend met toestemming van het bestuur. Na verkregen toestemming dient de stortplaats binnen 48 uur te zijn opgeruimd.
  6. (klein)vee of andere dieren te houden op het complex;
  7. Greppels langs het tuin- en/of centrale pad te graven.
  8. Waterkeringen te maken of in de paden te graven.
  9. De gehuurde tuin als opslagplaats te gebruiken.
  10. Bestuursleden of daartoe aangewezen commissieleden te hinderen bij de uitoefening van hun taken voor de vereniging
  11. Bomen, anders dan halfstam fruitbomen te plaatsen welke niet hoger zijn dan 2,50 meter gedurende de zomer en 2,00 meter in de winter.
  12. Gebruik te maken van het in het werk te storten c.q. natte beton, specie of andersoortige materialen anders dan maximaal 4-6 betonpoeren per fundatie van een opstal.
  13. Tuinen langer dan twee maanden af te dekken met worteldoek, (waterdicht) zeil, plastic materialen.